Plaatsen

Recke

TÖDDEN ONDER ELKAAR

Karakteristieke vakwerkhuisjes typeren het dorpscentrum van Recke: ook hier hebben de Tödden zichtbare sporen nagelaten. Tot op heden herinnert het Huster-monument voor het „Alte Gasthaus Greve” aan de succesvolle Töddenfamilie van Benediktus Huster. Het eethuisje gebruikten de Tödden als trefpunt. In het streek- en mandenvlechtermuseum „Alte Ruthemühle“ toont een levensgroot model een typische mijnbouwsituatie. Want al sinds de 16e eeuw had de mijnbouw op Recke een behoorlijke economische invloed. In het museum zijn ook huishoudelijke en agrarische voorwerpen en gereedschappen en een schoenmakerswerkplaats te zien. De tentoonstelling in het enige mandenvlechtermuseum van het Tecklenburger Land laat tal van manden- en vlechtproducten uit binnen- en buitenland zien. Bij lokale evenementen zoals de Molendag kunnen bezoekers de mandenvlechters aan het werk zien.

Wil je meer weten over het toeristisch aanbod in Recke? Klik dan op www.recke.de

Toeristen Informatie

  • Wist je dit al?

    Vanaf de 17de eeuw trokken de Tödden als reizende kooplui door het land. Eerst brachten ze linnen, later ook garen en ijzerwaren aan de man.

  • Wist je dit al?

    Met hun eigen taal waren de Tödden in staat om met elkaar tot overeenkomsten te komen, die voor buitenstaanders niet te begrijpen waren.

  • Wist je dit al?

    De benaming „Tödde” betekent letterlijk vertaald „koopman”.

  • Wist je dit al?

    Vrouwen maakten geen deel uit van deze reizende handel.

  • Wist je dit al?

    Tegelijk met het einde van de Töddenhandel verdween ook de geheimtaal van de Tödden.

  • Wist je dit al?

    De „typische” Tödde droeg een kuitbroek, een lange mantel met zilveren knopen en een breedgerande hoed.

  • Wist je dit al?

    Het uit de regio stammende textielwarenhuis C&A en de voormalige modehuizen van de Hettlage-groep vinden hun oorsprong bij de Tödden.

  • Wist je dit al?

    De belangrijkste handelsroutes van de Tödden brachten hun in eerste instantie naar Nederland.

  • Wist je dit al?

    In de bloeiperiode van de Töddenhandel in de 18e eeuw onderhielden zij economische banden tot aan Engeland en de Baltische landen.

  • Wist je dit al?

    Door meerdere paarden getrokken koetsen waren het belangrijkste vervoermiddel van de Tödden over grote afstanden. Spoedbestellingen konden echter ook met de postkoets worden bezorgd.

  • Wist je dit al?

    In Nederland waren de door paarden getrokken trekschuiten en zeewaardige schepen de ideale vervoermiddelen van de Tödden.

  • Wist je dit al?

    De Tödden waren gespecialiseerd in de venthandel in afgelegen landelijke regio's waar er verder weinig winkelvoorzieningen waren.

  • Wist je dit al?

    Het handelssysteem van de Tödden berustte op het principe van de werkverdeling. Grootkoopmannen organiseerden inkoop en transport en rondreizende kooplieden zorgden voor de verkoop aan de deur.

  • Wist je dit al?

    Pas na langjarig koopmanschap in den vreemde konden de Tödden een gezin stichten, dat ze echter slechts zelden zagen.

  • Wist je dit al?

    Pas als ze genoeg verdiend hadden om met pensioen te gaan gaven de Tödden hun rusteloos handelsbestaan op.

  • Wist je dit al?

    De belangrijkste handelswaar van de Tödden was het Westfaalse linnen.

  • Wist je dit al?

    De Tödden stamden van de landelijke bevolking af. Hun huizen zagen er eerst net zo uit als de gebruikelijke vakwerkboerderijen.

  • Wist je dit al?

    In de tijd rond 1800 bouwden de rijke Töddenfamilies voor het eerst massieve stenen woonhuizen die aan Nederlandse landhuizen doen denken.

  • Wist je dit al?

    In de 19e eeuw stichtten veel koopmannen in hun geboorteplaats representatieve bejaardentehuizen.

  • Wist je dit al?

    De Tödden waren voornamelijk afkomstig uit katholieke dorpjes en hecht verbonden aan hun geloof.

  • Wist je dit al?

    Hun trouwheid aan het katholieke geloof lieten de rijke Tödden zien door kunstwerken aan de kerken in hun geboorteplaatsen te schenken.

  • Wist je dit al?

    De kooplieden hechtten grote waarde aan een goede opleiding voor hun zonen. De ouders namen hiervoor privéleraren aan of stichtten zelf particuliere koopmansscholen.

    Gesubsidieerd door:

    Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Hier investeert Europa in landelijke gebieden. Met medewerking van de deelstaat Noordrijn-Westfalen.

    © 2020 Töddenland-fietsroute. Alle rechten voorbehouden